Hier bent u nu;

U probeert eerst de hoofdgang te vinden die meestal naar een sloot of waterplaats loopt. De mol graaft namelijk een hoofdgang naar de drinkplaats en graaft vanuit deze hoofdgang een aantal zijgangen waarin hij jaagt en zijn voedsel bewaart. Het beste werkt het als u deze hoofdgang bewerkt met carbid. Als u deze gevonden denkt te hebben graaft u nabij een mollenhoop deze gang een klein stukje open waarbij u ervoor moet zorgen niet teveel met de handen in de grond te roeren. De mol kan goed mensenlucht herkennen en als hij het niet vertrouwd komt hij niet weer bij die plaats in de buurt. Als u de gang nu iets open hebt gemaakt plaatst u een brokje carbid van ongeveer 25 - 50 gram in de gang. Dit doet u op een aantal plaatsen nabij de mollenhopen en verdeeld over uw tuin. U let er hierbij op dat het gas goed in de gangen kan trekken. Om het gat af te dekken is het handig om een grasplag af te steken en deze op de opening te plaatsen. Hierdoor is er minder kans dat er losse grond de gang gaat blokkeren. Voordat u de plag erop legt doet u nog een kleine scheut water op het carbid. Omdat de grond altijd wel iets vochtig is blijft het overgebleven carbid gedurende langere tijd acetyleengas afgeven waaraan de mollen dus een flinke hekel hebben. De kans is nu groot dat de mollen verstikken of, wanneer ze nog weg kunnen komen, gaan vertrekken naar luchtiger oorden.

UITVERKOCHT.